Naast godsdienstonderwijzer is Toncman ook secretaris van de Nederlands Israëlitische gemeente Pekela, wat hem tot een belangrijke spil van de ‘kille’ Pekela maakt. ‘Meester’ Toncman wordt herinnerd als een plichtsgetrouwe en intelligente man.
Het notulenboek dat Abraham Toncman tijdens de oorlog heeft bijgehouden, toont de dramatische ondergang van de Joodse Gemeenschap in Pekela. Het gaat in op dagelijkse beslommeringen, bijvoorbeeld hoe er met wanbetalers omgesprongen wordt, maar het geeft ook duidelijk weer hoe de bezetter de duimschroeven telkens weer strakker aandraait.
Als een van de laatste Joodse gezinnen wordt Abraham met zijn familie opgehaald uit de kille Pekela. Op 9 februari 1943 komen ze op de transportlijst naar Auschwitz te staan. Bij aankomst op 12 februari worden zijn vrouw en kinderen meteen naar de gaskamers gestuurd. Abraham overlijdt niet veel later, op 30 april 1943.