Nieuwsbericht
20 februari 2025
Toespraak Doeko Bosscher tijdens aftrap 80 jaar vrijheid Groningen
Startevenement 80 jaar vrijheid Groningen
Op 14 februari vond de aftrap van 80 jaar vrijheid Groningen plaats in de Nicolaïkerk in Appingedam. Met een gevarieerd programma met bijdrage van onder andere scholieren, muzikanten, dansers en sprekers. Zo ook de rede van oud-rector (RUG) Doeko Bosscher. Historicus, spreker en schrijver. Zijn woorden kwamen binnen bij de aanwezigen en delen we dan ook graag met andere geïnteresseerden. Hieronder de uitgeschreven versie van zijn speech.
Maar wat is nou die vrijheid…?
Beste vrijheidslievende toehoorders,
Eergisteren sloeg de schrik mij wel even om het hart. De tekst die voor vandaag op papier stond was optimistisch van toon. Er waren daarvoor goede redenen, dacht ik. Zijn die goede redenen er nog, nu Amerika Oekraïne en heel Europa op een verachtelijke manier voor de bus gooide, op een manier die sterk doet denken aan 1938, toen de Britse premier Chamberlain 1938 Tsjechoslowakije opofferde aan Hitlers machtshonger? Tegen het vergiftigde Valentijnsgeschenk dat de Amerikaanse minister van defensie twee dagen te vroeg kwam brengen kan een fatsoenlijk mens alleen maar keihard nee zeggen.
Ik houd toch maar gewoon vast aan mijn optimistische boodschap: u bent vrij, wij zijn vrij. U zult altijd vrij blijven, als u dat wilt. U kunt er altijd voor kiezen onafhankelijk en vrij te denken. In sommige landen mag niet iedereen alles hardop zeggen, maar niemand kan een ander mens zijn vrijheid volledig benemen.
Klinkt dit te mooi? Ik ken mensen die niet meer naar het Journaal van acht uur kijken vanwege de stortvloed aan slecht nieuws, maar in tijden van somberheid kan een beetje tegenwicht geen kwaad. Vrijheid vindt altijd een manier om zich te handhaven. Waar een wil is, is een weg.
Om mijn punt te maken nu allereerst een duik in het verleden. De geschiedenis herhaalt zich nooit 1-op-1, maar aan bepaalde terugkerende patronen kunnen we onze gedachten over de wereld van vandaag wel een beetje schuren en slijpen.
Dit jaar herdenken we het einde van de Tweede Wereldoorlog, tachtig jaar geleden. Voor jongeren lijkt die oorlog soms een ver verleden, waar ze een beetje klaar mee zijn. Maar als je goed kijkt hebben de jaren 1940-1945 ons nog steeds een paar tijdloze verhalen te vertellen.
In mei 1942, een van de donkerste jaren van de bezetting, werden 800 Nederlandse mannen, die min of meer willekeurig waren uitgekozen, opgepakt en als gijzelaars vastgezet in twee Brabantse kampen. De Duitsers wilden het opkomende verzet breken.
Daarom werd aangekondigd dat alle verzetsacties voortaan zouden worden bestraft met de executie van gijzelaars, afkomstig uit de plaats waar de verzetsdaad had plaatsgevonden. Ook hier in de buurt werden mensen uit hun huizen geplukt en naar Brabant afgevoerd, bijvoorbeeld landbouwer Dirk Petrus Jensema, van de Cremersheerd en Villa Welgelegen in Loppersum, de zoon van de vroegere Loppersumer burgemeester Simon Derk Jensema.
Toen in augustus 1942 in Rotterdam een mislukte aanslag op een Duitse trein plaatsvond, besloot de legerleider, generaal Christiansen, twintig gijzelaars uit Rotterdam te laten fusilleren. Dat zou de Rotterdammers leren. De hoogste baas van het bezettingsregime, Seyss-Inquart, zag de bui al hangen.
Hij wist wat zijn opdracht was: de Nederlanders winnen voor het Nazisme. De Rijkscommissaris begreep dat hij met het doodschieten van twintig gijzelaars het omgekeerde bereikte. Daarom praatte hij het aantal naar beneden. ‘Slechts’ vijf Rotterdammers werden gefusilleerd.
Deze represaille had angst moeten zaaien, maar in plaats daarvan wekte de moord op vijf volkomen onschuldige gijzelaars alleen maar weerzin. De geest van verzet werd er juist door aangewakkerd. Seyss-Inquart kreeg spijt als haren op zijn hoofd. Hij kon weer van voren af aan beginnen.
Tijdens zijn strafproces in Neurenberg verklaarde hij dat hij omstreeks deze tijd begon in te zien dat Duitsland de oorlog zou gaan verliezen.
Vrijheid is een mooi woord, maar soms staat het minder hoog aangeschreven. In de jaren 1930, vóór de Tweede Wereldoorlog, raakte het belang van vrijheid in diverse Europese landen overschaduwd door de economische crisis.
Boosheid en frustratie werden brandstof voor een soort revolutie. Wie worstelde om rond te komen vond ‘brood op de plank' belangrijker dan vrijheid.
Wij weten wat ervan gekomen is. Er stonden leiders op die het volk gouden bergen beloofden met makkelijke oplossingen. (Dit verschijnsel is van alle tijden en heet tegenwoordig ‘populisme’.) Die nieuwe leiders beloofden gouden bergen. Zij gaven de schuld voor alle problemen aan kwetsbare groepen. De democratie legde het loodje. Waren we daar beter mee af?
De Duitse Führer, de Italiaanse Duce en al hun na-apers (ook in Nederland had we er een) maakten hun beloften niet waar. Hun bijdragen aan de geschiedenis waren de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog.
De twijfel aan het nut van vrijheid en democratie die in die jaren van economische tegenspoed de kop opstak, doet denken aan een regel in de tekst van het nummer ‘Over de Muur’ van Klein Orkest uit 1983, over de duiven die heen-en-weer vliegen tussen Oost- en West-Berlijn, omdat ze niet kunnen kiezen waar het beter is. Het liedje heeft altijd hoog in de top-2000 gestaan (in december vorig jaar op nummer 42). Maar wat is nou die vrijheid, zonder huis, zonder baan’, zingt Klein Orkest. Is het wel zo goed in West-Berlijn, vergeleken met Oost-Berlijn? In het oosten heerst de onderdrukking, maar is het kapitalisme in het westen niet even onderdrukkend, voor wie pech heeft?
[Anekdote: Harrie Jekkers, de tekstschrijver, stond in een lange rij te wachten bij een checkpoint om van West naar Oost te mogen. Toen zag hij hoe een hond ongehinderd langs de grenswachten liep. Daar wilde hij een liedje over schrijven, maar van een hond was moeilijker poëzie te maken dan van duiven. Daarom liet hij duiven ongehinderd heen-en-weer vliegen.]
‘Over de Muur’ van Klein Orkest wekte hier en daar ook weerstand. Zowel van links als van rechts. Links vond dat het kapitalistische westen nog te rooskleurig werd afgeschilderd, rechts sprak van ‘vals neutralisme’, omdat de tekst het gebrek aan vrijheid in de DDR niet sterk genoeg veroordeelde. De kritiek en het weerwoord daarop raken de kern van het probleem: het is maar wat je onder vrijheid verstaat.
Hoe staat de vrijheid er nu voor, in 2025? Ogenschijnlijk niet goed, maar er zijn in de duisternis ook lichtpuntjes.
Allereerst onze oosterburen. Als de duiven weer eens een kijkje nemen in Berlijn, waar de Muur intussen is afgebroken, wat zien zij dan? Een verdeeld land. In 1989 kozen de inwoners van de DDR massaal voor meer vrijheid én welvaart. Sindsdien is er veel veranderd. Duitsland maakt een moeilijke fase door. In wat vroeger de DDR was, is een extreemrechtse partij, Alternative für Deutschland, opgekomen. Een partij die door haar manier van oppositievoeren soms de indruk wekt dat het experiment van de vrijheid mislukt is.
Wat zegt Angela Merkel, die zelf in de DDR opgroeide, dat deel van het land in haar genen heeft zitten en dus recht van spreken heeft, in haar recent verschenen memoires?
Zij moet niets van de AfD hebben, wil onder geen beding dat haar eigen partij met extreem rechts gaat samenwerken, maar drukt zich verder gematigd uit. In het gebied dat vroeger een satellietstaat van de Sovjet-Unie was, vond na de Duitse eenwording een enorme kaalslag in de industrie en de werkgelegenheid plaats. De jongeren trokken weg naar het westen. De achterblijvers voelen zich vervreemd en verloren. Zij zoeken houvast en een zondebok. Merkel blijft er betrekkelijk nuchter onder; zij kent haar pappenheimers. Het feit dat haar eigen uitspraak van 31 augustus 2015, ‘Wir schaffen das’, en de daaropvolgende immigratie van vluchtelingen door de AfD als een ramp worden beschouwd brengt haar ook niet van de wijs. Discriminatie van vreemdelingen was in de DDR al gemeengoed, zegt Merkel. Kwalijk, maar niets nieuws onder de zon.
Conclusie: de AfD roept niet om een soort eerherstel voor de DDR, maar om vrijheid, stabiliteit en vrede in Europa. Alice Weidel, de lijsttrekster van de AfD slaat de CDU en de SPD juist om de oren met het verwijt dat zij hun toevlucht nemen tot DDR-praktijken om de AfD buiten de deur te houden.
Wat over de AfD te zeggen valt kan je in grote lijnen ook over leiders als Orban in Hongarije en Fico in Slowakije zeggen. Hun ideeën over vrijheid staan ons misschien niet aan, en dat zij Oekraïne niet meer willen steunen valt zeer te betreuren, maar Europa schudt nog niet op zijn grondvesten. We moeten niet te gauw denken dat het in Oost- en Midden-Europa overal hetzelfde pro-Russische liedje is.
In de Tsjechische Republiek zijn democratie en vrijheid stevig geworteld, en in alle landen die dreigen af te glijden is de oppositie nog springlevend. Een beetje meer vertrouwen in de jongere generaties in die landen kan geen kwaad. Het effect van wat de Amerikaanse minister van defensie heeft gezegd tijdens de NAVO-top is nog niet te peilen. Is het goed voor Orban? Voor Fico? Voor de democratische krachten in Tsjechië? Is het goed voor Alice Weidel en de AfD, bij de Bondsdagverkiezingen, vandaag over negen dagen? Of neemt het haar wat wind uit de zeilen, omdat uitbreiding van de NAVO, waar zijn sterk tegen is, van de baan is? We weten het nog niet. Stof doet er lang over om neer te dwarrelen.
Dan is er nog de andere kant van de Atlantische Oceaan, het land waar die nieuwe Amerikaanse minister net met de hakken over de sloot minister werd. Maken de duiven van Klein Orkest niet haastig rechtsomkeert als ze in de Verenigde Staten een kijkje gaan nemen? De nieuwe president wil zijn land bevrijden van alles wat ‘links’ is en ‘inclusief’. Per decreet krijgen mensen die vallen onder de noemer LHBTI te horen dat zij zich voortaan koest moeten houden. Onder het motto ‘America first’ wordt alle buitenlandse hulp geschrapt.
De trouwe achterban van de nieuwe machthebbers krijgt het ene cadeautje na het andere, net als de miljardairs die met zevenmijlslaarzen de overheid saneren. Intussen lost de president het milieuvraagstuk op door het te ontkennen. Hij en zijn aanhangers claimen een heel apart soort vrijheid voor zichzelf. Zij maken een lange neus naar hun kleinkinderen en achterkleinkinderen, die worden opgezadeld met de onbetaalde rekening voor de schade aan de leefomgeving..
Waar blijf je nou met je optimisme, hoor ik u denken. Is het niet beangstigend wat daar gebeurt? Jazeker. Beangstigend, schokkend zelfs, maar het is slechts één kant van de medaille.
Een democratie die volgend jaar haar 250-jarig bestaan viert krijgt geen enkele president in één ambtstermijn kapot. In november 2026, over ruim anderhalf jaar, zijn er weer verkiezingen, het feest van de vrijheid. Ik vertrouw erop dat het uitbundig gevierd gaat worden.
Nederland tenslotte. Hoe staat het met ons eigen feest van de vrijheid? De overheid wordt vaak niet vertrouwd, de politiek lijkt verlamd, de grote oplossingen die voor problemen worden bedacht blijven in beloften steken. Er is veel onzekerheid en bezorgdheid, ook over geopolitieke risico’s, zoals Ruslands eigengereidheid en de opkomst van China. Iemand heeft voor de opeenstapeling van bedreigingen in dit tijdperk de term ‘calamiteitperk’ bedacht. Begrijpen we de waarde van vrijheid nog?
‘Maar wat is nou die vrijheid?’ is best een moeilijke vraag. Een makkelijk antwoord bestaat niet. Vrijheid is geen gebruiksapparaat maar een grondrecht, en wat heb je daaraan? Probeer het eens een tijdje zonder vrijheid, zou ik zeggen, dan weten we het antwoord weer. Na mei 1945 vroeg niemand zich meer af wat je aan vrijheid hebt.
Niet toegeven aan de dwang van slecht nieuws, is mijn advies. Vrijheid is een keuze. Dat bewijzen mensen als Nelson Mandela, die 27 jaar op Robbeneiland zat, zich van binnen vrij voelde en zonder verbittering terugkeek toen hij president van Zuid-Afrika was geworden.
In zijn autobiografie, Long Walk to Freedom, citeert hij de dichter William Henley: ‘I am the master of my fate, I am the captain of my soul’.
Ook Aleksandr Solzjenitsyn bleef in een Stalinistisch werkkamp in Kazachstan van binnen vrij.
De later in Auschwitz vermoorde Etty Hillesum schreef in haar dagboek: ‘Wij hebben zo veel vrijheid als wij aankunnen.’
Te machteloos om vrij te zijn is niemand, ook al lijkt alles tegen te zitten. Onze vrijheid hangt niet af van Poetin, Trump of China; van de klimaatcrisis of van de dikte van het traliewerk voor het raam. Het is een kwestie van moed en volharding.
Tenslotte. Sinds de Tweede Wereldoorlog weten wij dat niets dichter bij een vrije en veilige samenleving komt dan een echte democratie. One person, one vote, daar begint het mee, maar het principe dat iedereen op gelijke voet meebeslist is niet het hele verhaal. Democratie kan niet bestaan zonder mensen die hun verantwoordelijkheid nemen.
Een burgemeester van een kleine gemeente hier niet ver vandaan, waar ik toen wethouder was - hij heette Aijolt Kloosterboer, hij werd honderd jaar en hij was een wijze man - zei ooit tegen mij dat het sociale weefsel van elk dorp en elke stad gevormd wordt door honderd families. Natuurlijk bedoelde hij dat niet letterlijk. Genoeg mensen doen los van hun familie hun best de gemeenschap bij elkaar te houden. En het getal honderd was ook zomaar een gooi. De metafoor van de honderd families gaat niet speciaal over Warffum, Groningen of Appingedam, maar over alle huiskamers waar inspiratie ontstaat voor een bijdrage aan het menselijke gezicht van onze samenleving.
De zogenaamde honderd families vervullen belangeloos een rol in besturen en bestuurtjes van verenigingen van allerlei aard, van charitatieve fondsen en sociale instellingen en van vrijwilligersorganisaties.
Zij coachen de F-jes en het meisjeselftal, richten een coöperatie op om de laatste winkel in hun dorp een tweede leven te geven en organiseren het straatvolleybaltoernooi. Zij doen hun burgerplicht door het vangnet te onderhouden dat onze habitat behoedt voor een vrije val. Er is een verbond tussen deze zogenaamde families en onze democratie en onze vrijheid.
Ik heb het sterke gevoel dat wij allen hier met elkaar, in deze mooie Nicolaikerk, ook zo’n grote, wijdvertakte, democratisch georiënteerde, verantwoordelijke familie vormen.
Laten wij samen kiezen voor vrijheid. Met moed en zelfvertrouwen. Vandaag, morgen en altijd.
Dank u wel.
Doeko Bosscher