De vader en moeder van Julius kwamen uit grote gezinnen, dus Julius had veel familie van wie de meesten in de provincie Groningen woonden. De familie was Joods. Dat betekende dat ze op zaterdag niet werkten en dat ze koosjer aten. Ze vierden ook de Joodse feestdagen, zoals Joods Nieuwjaar, Rosj Hasjana. Als de familie naar de synagoge ging, dan gingen ze naar Warffum.
Grietje en Julius gingen naar de lagere school in Usquert en Grietje ging daarna naar de HBS in Warffum. Julius was heel goed in sport. Hij werd toen hij 8 jaar was al kampioen hardlopen in zijn leeftijdsgroep en elk jaar als er hardloopwedstrijden waren in Usquert en Warffum won hij de eerste prijs. Je kunt dit lezen in het Nieuwsblad van het Noorden van 8 juli 1930. Julius was ook een veelbelovend voetballer. Voetballen was zijn lust en zijn leven en in de winter, als er ijs lag, ging hij schaatsen. Bij schaatswedstrijden in 1940 won hij de eerste prijs.
Al vanaf dat hij een jaar of 16 was werkte Julius samen met zijn vader als veehandelaar. Grietje was in 1935 getrouwd met Dagobert Hildesheim en in Groningen gaan wonen. Zij hadden een dochtertje, Carla.
In de oorlog mochten Julius en zijn vader geen handel meer drijven, dat was voor Joden verboden. Misschien was het omdat hij zich niet aan de anti-Joodse regels van de nazi’s hield en toch vee verkocht. In ieder geval werd de vader van Julius in juli 1942 gearresteerd en naar een politiecel in Winsum gebracht. Uit wanhoop en vrees voor wat er verder met hem zou gebeuren, heeft hij die nacht een einde aan zijn leven gemaakt. Hij werd 56 jaar.
Kort na dit drama werd Julius opgeroepen om naar kamp Westerbork te gaan. Kamp Westerbork, in Drenthe, was de plek waar vrijwel alle Joden uit Nederland, die tussen 1942 en 1944 waren opgepakt, naartoe werden gebracht. Vanuit Westerbork vertrok elke week een lange trein naar Auschwitz of Sobibor. Daar werden de Joden vergast.
Dat gebeurde ook met die sportieve, aardige jongen, Julius van der Hal, die zoveel vrienden had in Usquert en zo populair was omdat hij zo goed kon hardlopen, schaatsen en voetballen. Op 15 juli 1942 werd hij vanuit Westerbork naar Auschwitz weggevoerd. Bij aankomst in Auschwitz werd hij geselecteerd om daar werk te verrichten. Oudere mensen, kinderen en zieken werden meteen naar de gaskamers gestuurd, maar sterke mannen en vrouwen moesten eerst nog een tijdje helpen met al die vreselijke dingen. Julius heeft nog twee maanden dat zware werk moeten doen. Hij werd vermoord net voor of op 30 september 1942; hij werd slechts 24 jaar.
Bij de voetbalclub van Usquert wordt Julius van der Hal in ere gehouden met zijn foto in de medaillekast in de kantine. Ook is er in het dorp een Van der Halstraat; dit uit respect voor deze Joodse familie.
De moeder van Julius en zijn zus met haar gezin werden tussen 3 en 5 oktober 1942 naar Westerbork gedeporteerd vanaf het station in Groningen. Ook zij werden allemaal naar Auschwitz gebracht en daar vermoord, net als heel veel ooms en tantes van Julius. Ook veel neven en nichten zijn omgebracht in de vernietigingskampen in Polen.