‘De Canadezen komen!’ werd her en der geroepen. Dat was iets bezijden de waarheid. De pantservoertuigen die de volgende dag – vrijdag de dertiende – Veendam binnen rolden, waren van het 2nd Squadron van de Polish 10th Mounted Rifles. Polen dus. Dit onderdeel van de 1st Polish Armoured Division was op 1 augustus 1944 vanuit Normandië begonnen met de opmars naar het noorden, als onderdeel van het Canadese Eerste Leger.
Salwa
De dertien Cromwell-tanks die Veendam zonder slag of stoot bevrijdden, stonden onder commando van ritmeester Jan Salwa (1912-1999). In de Parkstad hield hij even halt. Zijn voertuigen kampten met benzinetekort en Salwa wilde een kleine voorraad achter de hand houden om adequaat te kunnen manoeuvreren in het geval van een Duitse tegenaanval. Die kwam echter niet.
Nadat met vrachtwagens nieuwe brandstof was aangevoerd, verlieten Salwa’s tanks Veendam weer op de ochtend van 15 april. In hun voetspoor kwamen de Canadezen, die in Veendam optraden als bezettingsmacht. Diezelfde rol zouden de Poolse troepen in het Emsland vervullen. Hun opmars was op het moment van de Duitse capitulatie, 5 mei 1945, gevorderd tot vlak voor Wilhelmshaven.
Tragiek
De tragiek van de Poolse bevrijders is dat ze na de overgave van Duitsland niet terug konden of wilden keren naar hun vaderland. Dat lag inmiddels in de communistische invloedsfeer, het oosten van Polen was zelfs door de Sovjet-Unie geannexeerd. Een vrije Poolse staat was daardoor een illusie, terwijl de Polen in ballingschap daarvoor sinds de nederlaag na de Duitse inval in 1939 wel voor gevochten hadden.
Ook het leven van Jan Salwa kreeg een andere wending door de naoorlogse politieke verhoudingen. De eenheid waartoe hij behoorde, voerde tot 1947 bezettingstaken uit in Duitsland en werd toen opgeheven. Salwa keerde daarna terug naar Engeland, naar een resettlement camp waar de voormalige militairen werden voorbereid op een burgerbestaan. Inmiddels was hij – in Tinnen in het Emsland waar zijn eskadron was gelegerd – getrouwd met Helena Kotorska, een voormalige gevangene.
Het echtpaar Salwa emigreerde in 1952 naar Australië. De gewezen ritmeester ging daar aan de slag bij Remington Rand, een fabrikant van typemachines. Op uitnodiging van het gemeentebestuur was hij in 1970 nog één maal in Veendam om de feestelijkheden rondom de viering van 25 jaar bevrijding bij te wonen. Bij die gelegenheid werd het plein bij de Sorghvliethal naar hem genoemd; Salwa onthulde zelf het straatnaambord. In 1985 werd hij bovendien benoemd tot ereburger van Veendam.