Harense ambtenaren in verzet

Op 15 november 1944 weigerde het gemeentepersoneel van Haren een opdracht van de bezetter uit te voeren. Die weigering had verregaande gevolgen. De gemeentesecretaris betaalde met zijn leven, de andere ambtenaren wisten onder te duiken.

Op het gemeentehuis van Haren werd op 2 mei 1944 de ambtenaar Eemke van der Veen gearresteerd. Tijdens zijn werk zou hij persoonsbewijzen en andere papieren gestolen en vervalst hebben. Van der Veen werd op 22 augustus in Kamp Vught gefusilleerd.

Gemeentesecretaris Wierenga, die ook betrokken was bij het verzet, had eerder al geholpen bij een overval op het bevolkingsregister op het gemeentehuis. Terwijl de burgemeester opgesloten zat, stichtten de overvallers brand, om daarmee persoonsgegevens te wissen: wie niet in de administratie stond, kon niet worden opgeroepen voor tewerkstelling. Wierenga en een collega pookten het vuur goed op en bleven onopgemerkt.

De ambtenaren op het Harense gemeentehuis waren dus niet bang voor sabotage. Wierenga en zijn collega's kregen in de herfst van 1944 de opdracht om een lijst op te stellen met namen van mannen die tewerkgesteld konden worden voor de Organisation Todt, die tankwallen en loopgraven moesten aanleggen. De ambtenaren dienden eerst een gesaboteerde lijst in, waarop vele namen ontbreken en namen waren toegevoegd van ongeschikte werkkrachten. De NSB-burgemeester accepteerde de lijst niet en gaf opdracht tot het maken van een correcte versie. Gemeentesecretaris Pieter Wierenga, de chef van de afdeling, besprak het probleem en op dat moment besloot het gemeentepersoneel dat de lijst niet gemaakt zou worden. Wierenga waarschuwde: 'Als we dit weigeren, lopen we allemaal gevaar.' Hij ging terug naar de burgemeester en deelde mee wat hij en zijn collega's besloten hadden.

De burgemeester lichtte direct de Commisaris en de SD in Groningen in, maar toen die aankwamen, was het gemeentehuis al leeg.
Secretaris Wierenga vluchtte zelf op de fiets, maar werd aangehouden door Landwachters. Hij had de pech dat hij in zijn bagage een kistje met sigaren had, waardoor ze hem aanzagen voor een illegale handelaar. De Landwachter vroeg zijn naam en toen hij die gaf, belde deze naar het Scholtenhuis. SD'ers zijn hoogstpersoonlijk naar Vries gereden en hebben Wierenga ter plekke vermoord.
Het lukte de andere ambtenaren wel om uit handen van de SD te blijven, maar ook hun gezinnen moesten onderduiken. Marten de Jong, zoon van een van de gemeenteambtenaren: 'Ons gezin moest ook weg. Het huis werd in beslag genomen. Mijn moeder en oudste broer werden gearresteerd en hebben veertien dagen in het Huis van Bewaring gezeten aan de Hereweg, als gijzelaars. Daarna zijn ze vrijgelaten; ze wisten echt niet waar vader was.'

De gemeenteambtenaren moeten voor de rest van de oorlog ondergedoken blijven.  Na de oorlog werd in het gemeentehuis een plaquette aangebracht ter nagedachtenis aan Van der Veen en Wierenga.