Het orkest Stoppelman, bestaande uit vader Lazarus en zijn zeven zonen. Foto C. Sanders, Groninger Archieven

Orkest Stoppelman en de Joodse gemeenschap van Pekela

Nieuwe en Oude Pekela kenden vóór de oorlog een bloeiende Joodse gemeenschap. Er was een synagoge, een armenschool en een actief verenigingsleven. Bekende leden van de Joodse gemeente waren bijvoorbeeld de familie Stoppelman en familie Toncman.

Zeuvm zeuns haar Loazer Stoppelman / Zeuvm jonges mit muziek / En aaltied ston dei koppel kloar / veur ’t hooggeëerd publiek. Lazarus Stoppelman is een gerespecteerd lid van de Joodse gemeenschap in Pekela. Samen met zijn zeven zonen vormt hij het ‘Orkest Stoppelman’.

Joods Pekela

In 1683 vestigden de eerste Joden zich in Pekela: een tabakshandelaar en zijn zonen. In de eeuwen daarop groeide de Joodse gemeenschap in Oude Pekela. De meeste Joodse inwoners van Pekela waren in de achttiende eeuw werkzaam als slager, leerlooier of handelaar in manufacturen. In 1737 wordt er een synagoge gesticht in Oude Pekela – tot die tijd werden er synagogediensten gehouden in huizen van de Joodse inwoners. Daarnaast werd er in 1781 werd in een woning een logement voor reizende Joden gesticht.

Aan het begin van de negentiende eeuw waren de meeste Joden in Oude Pekela nog steeds werkzaam als slager of als koopman, maar halverwege na 1850 kwam daar de sigarenindustrie en de metaalhandel bij. Toch heerste er ook armoede onder Joodse inwoners van de Pekela’s. Zo werd in 1838 werd er een Joodse armenschool opgericht. In 1884 werd er een nieuwe synagoge met een ritueel bad en een onderwijzerswoning gebouwd.

In Oude Pekela ontstond overigens een bloeiend Joods verenigingsleven. Er waren Joodse verenigingen die zich bezighielden met ziekenzorg en begrafenissen, en bijvoorbeeld voor het onderhoud van de synagoge, maar ook verenigingen die zich richtten op Hebreeuwse taal, zang en toneel.

Orkest Stoppelman

Lazarus Stoppelman is één van die Joodse inwoners van Oude Pekela. Samen met zijn vrouw krijgt hij tien kinderen: zeven zonen en drie dochters. Vader en zijn zeven zonen vormen samen het Orkest Stoppelman. In de vooroorlogse jaren maakt het strijkorkest furore met vrolijke walsmuziek en zijn de Stoppelmannen geliefde gasten op trouwerijen en festiviteiten.

Er is zelfs een lied over hen bekend:

Zeuvm zeuns haar Loazer Stoppelman,
Zeuvm jonges mit muziek
En aaltied ston dei koppel kloar
veur ’t hooggeëerd publiek.

Gain feest in Pekel en kontraainen
of Stoppelman dei mozzen den heer
at mogt bie Schot op Troapel wezen,
op ’t Hoantje Pik of Wedderveer,

in de Veenlust alderdeegs of Bonnezaaires,
bie fien en grof, ’t was aal net liek,
want ’t smuiste wel de polonaise,
op dij Stoppelmansjongens heur meziek.

'Meester' Toncman. Fotograaf onbekend, Groninger Archieven
'Meester' Toncman. Fotograaf onbekend, Groninger Archieven

Het notulenboek van ‘meester’ Toncman

De kinderen en kleinkinderen van de oude Lazarus zijn gerespecteerde inwoners van de Joodse gemeenschap in Pekela, waar ook 'meester' Toncman woont. Abraham Toncman is godsdienstleraar en secretaris van de Nederlands Israëlitische gemeente Pekela. Zijn notulenboek geeft de dramatische ondergang van de Joodse Gemeenschap in Pekela weer. Tijdens de bezetting is het overgrote deel van de Joden uit de Pekela's naar Westerbork overgebracht. Van daar worden zij gedeporteerd naar de kampen in Polen, waar ze zijn omgekomen. Als één van de laatste Joodse gezinnen wordt Abraham Toncman met zijn familie opgehaald uit Pekela. Geen van hen overleeft de oorlog. Ook Lazarus Stoppelman, zijn kinderen en kleinkinderen worden vermoord.