De kabelwacht

Voor het verzet was het niet moeilijk om de Duitse communicatie te saboteren door telefoonlijnen door te knippen of te snijden. De bovengrondse draden waren aan palen opgehangen en erg kwetsbaar. In de zomer van 1941 werden er op verschillende plaatsen in Nederland telefoonlijnen doorgeknipt, waarna de Duitse bezetter besloot om een Kabelwacht in te voeren. Maar niet de eigen manschappen werden daarvoor geselecteerd: de keuze viel op heel andere mensen.

Nazi-pesterij

In de herfst en winter van 1941 stonden er midden in de nacht notarissen, dokters, dominees en andere notabelen langs de kant van de weg te kleumen. Ze waren aan het werk voor de bezetter: de Kabelwacht moest voorkomen dat telefoonlijnen werden gesaboteerd.

Notabelen

De Duitsers hadden een systeem bedacht, waarbij de notabelen van een dorp in weer en wind en op de meest ongunstige tijden de telefoonkabel moesten bewaken tegen saboteurs. Zo stonden in heel Nederland de plaatselijke dominee, dokter en notaris op wacht. In veel gevallen waren dat ook juist de mannen die zich bezighielden met het organiseren van het verzet. De Duitse bezetter koos bewust de notabelen als kabelwachters, om hen uit te putten, zodat verzet organiseren zwaarder werd. 

De kabelwachter kreeg een rooster uitgereikt met een lijstje tijdstippen. Meestal duurden de wachtperiodes niet langer dan twee uur. Om de andere nacht moest de ongelukkige de kabel bewaken, steeds op andere tijdstippen. Het was niet toegestaan tijdens het wachtlopen te kaarten, te lezen of te praten met andere bewakers of voorbijgangers. Op sommige plekken was het bovendien verboden om een stoel mee te nemen of een paraplu als het regende.

Effect

Waar de kabel brak of werd gesaboteerd, kon de gemeente rekenen op een flinke boete, die in sommige gevallen opliep tot 50.000 gulden. De Duitsers dreigden ook de verantwoordelijke notabelen neer te schieten. 

Het werkte: in heel Oost-Groningen is de kabel niet gebroken. Ook notabelen die actief waren in het verzet moesten op wachtlopen, zoals dominee Ader, en de fameuze schoolmeester Roze uit Nieuw-Beerta, die naam had erg streng te zijn. Elders in Nederland werden tot in 1945 mensen belast met het kabelwachten. In Oost-Groningen eindigde de pesterij eind 1941 weer, van de ene op de andere dag.

Spot

De bevolking kon er de humor wel van inzien: er werden vele liederen over geschreven. Die werden natuurlijk alleen gezongen, als er geen ‘foute mensen' of Duitsers in de buurt waren. Van een van de Groningse kabelliederen hieronder de tekst:

De burgers moesten posten
ja, ’t is heus geen grap
‘t kan hun de kop wel kosten
als de kabel knapt.
In regen, wind en barre kou
de posten blijven Oranje trouw,
al op de kabelwacht, al op de kabelwacht.

Finsterwolde, Beerta,
tezamen met Nieuweschans,
staan nu te posten,
voelen zich wat mans,
en zonder mankeren vinden ze het fijn,
om te bewaken de Oranjelijn,
al op de kabelwacht, al op de kabelwacht.

Ze zijn uitverkoren,
om op wacht te staan.
Het kaf onder het koren,
behoeft er niet te staan.
Dus NSB’ers, slaap maar zacht,
de goeien staan op kabelwacht,
aan de Oranjelijn, aan de Oranjelijn.