“We zijn drie jaar lang met heel veel liefde verzorgd zonder dat we een cent konden of hoefden te betalen, en nu in dit joodse tehuis, onder geloofsgenoten, betaal ik dubbel!” Aldus de hoogbejaarde Rosetta Eckstein, terugdenkend aan de tijd dat zij en haar man ondergedoken zaten in Muntendam.
Schuilkelder
Hendrik Kroeze had in Muntendam een handel in bouwmaterialen. Al in 1941 kwam hij in contact met het verzet. Het bleek al gauw dat in de kelder onder zijn bedrijf onderduikers zouden kunnen verblijven, maar concrete plannen waren er nog niet. Enige tijd later raakte Kroeze toevallig in gesprek met Comprecht Eckstein, een joodse onderwijzer uit Tripscompagnie. Kroeze bood hem de schuilkelder onder zijn bedrijf aan.
Nog dezelfde dag namen Comprecht en Rosetta Eckstein hun intrek bij de familie Kroeze. Het was 4 oktober 1942. Terwijl Comprecht en Rosetta zich tijdelijk in een loods verstopten, werd de kelder klaargemaakt. Er kwam een toilet in, bedden en ventilatie. Tot de bevrijding woonde het echtpaar in de schuilkelder. Af en toe konden ze 's nachts een luchtje scheppen op het bedrijfsterrein. Bijna niemand wist dat er onderduikers in de kelder verbleven. Hendrik Kroeze en zijn vrouw, zoon Piet en Hendrik’s inwonende schoonmoeder. Zoon Piet bracht het eten en leegde het toilet.
Clandestien geslachte varkens
De familie Kroeze ging ondertussen onverschrokken door met hun verzetswerk. Ze besloten ook onderduikers in huis te nemen. Op een gegeven moment waren het er zelfs zeventien – voornamelijk uit Amsterdam en Den Helder. Al deze monden moesten wel gevoed worden. De verstrekte voedselbonnen waren natuurlijk lang niet genoeg. Een verzetsgroep opperde daarom om het bonnenkantoor in Muntendam te overvallen, maar Hendrik Kroeze zag daarvan af. Er zouden sowieso doden vallen.
Een boer uit de omgeving bood vervolgens zijn varkens aan. De zoon van slager Antonides uit Muntendam slachtte deze in ’t geheim en het vlees werd ingemaakt. De potjes vlees werden bewaard in de kelder bij de Ecksteins. Daar werden overigens ook illegale krantjes gedrukt, die door heel Nederland werden verspreid. Rosetta verdreef de tijd door brei- en verstelwerk voor de familie te doen. Comprecht las veel en maakte tegeltjes met spreuken erop.
Bevrijding
Op april 1945 werd Muntendam bevrijd en kon het echtpaar tevoorschijn komen. Lang heeft Comprecht Eckstein niet van de vrijheid kunnen genieten: hij overleef al in oktober 1945. Rosetta verhuisde naar Amsterdam. In een joods bejaardentehuis bereikte zij een hoge leeftijd en dacht met veel liefde terug aan de familie Kroeze.