Loppersum bevrijd met een rouwwand
De eerste Canadese granaat kwam op 20 april midden in een straat tussen de huizen terecht en was voor het gezin Nienhuis het sein om naar de schuilkelder te vluchten. Ze stonden in de deuropening toen de tweede granaat de gevel van het huis tegenover hen trof. De chaos was onbeschrijfelijk.
Drie dagen eerder was Rudolf Nienhuis met zijn vijfjarige zoontje Harmannus (Mans) nog naar Ten Boer gefietst om daar te Canadese bevrijders te verwelkomen. Loppersum was op de 17e april door de Duitsers verlaten; ze waren op allerhande fietsen gevlucht in de richting van Delfzijl en het dorp lag tijdelijk in niemandsland. Nienhuis en zijn zoontje waren niet de enigen; een groot aantal Lopsters liep door de velden en over kleipaden naar Ten Boer: 'Canadezen kieken'.
Toen de bewoners van Loppersum op diezelfde dinsdagavond 17 april weer terugkeerden naar hun dorp, zagen ze tot hun schrik dat de Duitse soldaten ook weer waren teruggekomen en stelling namen aan de westkant van het dorp. Ze maakten zich klaar voor de strijd. Twee dagen lang wachtten de inwoners gespannen af, en waarschijnlijk waren de Duitse soldaten al net zo gespannen en onrustig. In de avond van 19 april begonnen de eerste gevechten.
Granaten
Op vrijdagochtend 20 april richtten Canadezen vanaf hun stellingen in de buurt van Ten Boer hun granaten op de eeuwenoude Petrus en Pauluskerk middenin het dorp. Daar zouden Duitse soldaten in kunnen zitten, die de locatie van de geallieerden konden doorgeven aan hun eigen batterijen aan de Groninger oostkust.
Het eerste Canadese projectiel kwam middenin de Kruisweg terecht, een kleine vijftig meter van de kerk verwijderd. Ruiten sprongen en in de straat ontstond een diepe krater, maar er vielen geen slachtoffers. Kort daarna sloeg een tweede granaat in. Ditmaal in de Nieuwstraat, vlakbij de kerktoren. De granaat raakte de bovenkant van een huis. Daar tegenover woonde de familie Nienhuis: vader Rudolf, moeder Ida en zonen Albert van veertien, Henk van elf en Mans van vijf jaar.
Op slag
De familie Nienhuis stond in de deuropening toen de granaat insloeg. Rudolf werd door de kracht van de inslag terug de gang in geworpen, tegen de beide oudste zonen aan. Moeder Ida en de jongste zoon Mans kwamen op straat terecht. De jongen was op slag dood, de moeder zwaargewond aan onder andere haar benen. Ook de tweede zoon Henk raakte gewond, aan zijn arm. Een van de bewoners van het getroffen huis raakte eveneens zwaargewond.
In allerijl werden de gewonden naar het noodhospitaal gebracht. Ida overleed de volgende dag in het ziekenhuis in Groningen. Hennie werd door de Canadezen naar een hospitaal in Ten Boer overgebracht.
Bij de bevrijding van Loppersum vielen drie burgerslachtoffers. Eén Canadese soldaat verloor het leven en drie Duitse soldaten sneuvelden. De bevrijding van het dorp werd wel gevierd, maar er zat een zware rouwrand aan.