In 1774 vestigt de Joodse Izaäk Marcus van Berg zich met zijn vrouw Leentje en hun twee zonen in Winsum. Hij is daarmee de eerste van zes Winsumer generaties Van Berg. Zij zijn niet de enige Joodse familie die generaties lang in Winsum-Obergum heeft gewoond: ook de familie Oeser/Garson, twee verschillende families de Vries en de familie Goldsmith maakten eeuwenlang deel uit van de Joodse gemeenschap van Winsum.
Emancipatie
De groep Joodse inwoners van Winsum groeit vanaf de achttiende eeuw gestaag. Van oorsprong komen zij uit het oosten van Europa. Aanvankelijk zijn deze Joden in de Groninger Ommelanden in principe afhankelijk van de religieuze tolerantie van de lokale overheid. Vanaf 1796 geldt echter het Emancipatiedecreet van de Bataafse Republiek, waardoor de rechtsongelijkheid voor de Joodse bevolking te vervallen. Een halve eeuw eerder had het stadsbestuur van Groningen overigens al bepaald dat Joden in de Ommelanden vrijelijk het slagersvak mochten uitoefenen.
Bloei en neergang
Aan het begin van de negentiende eeuw ontstaan in ons land de eerste ringsynagogen: Joodse kerkgemeenschappen. In 1821 werd de Joodse gemeente van Winsum officieel erkend. De provincie Groningen wordt verdeeld in negen ringsynagogen, waaronder ring Winsum die aanvankelijk heel Noordwest Groningen beslaat.
Tussen 1825 en 1875 kende de gemeente een bloeiperiode. In 1867 werd een begraafplaats in gebruik genomen en in 1879 werd er aan de Schoolstraat een synagoge gebouwd. Daarna zette de neergang in. Het aantal Joodse inwoners van Winsum daalde in het laatste decennium van de negentiende eeuw drastisch. De synagoge moest dan ook in 1934 verkocht worden.
Tweede Wereldoorlog
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zijn er nog 14 Joden in Winsum-Obergum. Roosje de Vries, dochter van rebbe Abraham de Vries, overlijdt in december 1941 en wordt dan als laatste op de Joodse begraafplaats in Winsum begraven.
In 1942 worden eerst de drie volwassen Joodse mannen worden uit Winsum gedeporteerd en op 12 november volgen ook de tien laatste Joodse inwoners, waaronder een kleine jongen van 7 en zijn oma van 84. Ze worden allen per trein vanaf het station in Winsum afgevoerd naar Westerbork en van daaruit naar de vernietigingskampen in Duitsland. Op een enkeling na zijn alle Joodse inwoners van Winsum tijdens de Duitse bezetting gedeporteerd en vermoord.
Sjoel
In 1948 is de Joodse gemeente ontbonden en bij die van Groningen gevoegd. Een oorspronkelijk door Abraham Markus gebouwde woning maakt als Joodse slagerij onderdeel uit van het Openluchtmuseum Hoogeland in Warffum en herbergt tevens een klein Joods museum. De sjoel van Winsum is gerestaureerd en heeft een culturele bestemming.