De Hoofstraat in Usquert, omstreeks 1920. De familie Van der Hal woonde op huisnummer 9. Ansichtkaart uit particuliere verzameling.

Een zelfverkozen eind – Samuel van der Hal uit Usquert

Normaal leven was voor Joodse Groningers in 1941 al zo goed als onmogelijk geworden. Al in het eerste oorlogsjaar bepaalde de bezetter dat alle Joden die als ambtenaar werkzaam waren, ontslagen moesten worden. Daarna volgde een totale uitsluiting van het economisch leven. 

Joodse ondernemers mochten hun bedrijf niet voortzetten. Kleine ondernemingen werden verplicht opgeheven, grotere bedrijven werden onteigend en kregen een ‘arische’ (niet-Joodse) bedrijfsleiding. Ook werden landbouwgronden in het bezit van Joden vanaf het voorjaar van ’41 in beslag genomen.

De boog van Winsum met op de achtergrond het (voormalige) gemeentehuis, met torentje. Foto Sergé Technau, collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
De boog van Winsum met op de achtergrond het (voormalige) gemeentehuis, met torentje. Foto Sergé Technau, collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Van der Hal

De maatregelen troffen Samuel van der Hal hard. Hij woonde aan de Hoofdstraat in Usquert met zijn vrouw Kaatje Cohen. Daar was hij daar werkzaam als veehandelaar. Hun zoon Julius (1918) werkte mee in het ouderlijk bedrijf en dochter Grietje (1915) woonde sinds 1935 met haar echtgenoot in Groningen en gaf daar pianoles. 

Op 1 juli 1942 werd Samuel van der Hal gearresteerd. Wat de reden daarvoor was weten we niet. Mogelijk moest hij zich melden voor een werkkamp – juist die dag werd het kamp Westerbork in gebruik genomen als Polizeiliches Durchgangslager. Maar waarschijnlijker is dat hij zich niet had gehouden aan het verbod bedrijfsactiviteiten uit te oefenen. Door de politie werd Van der Hal naar het gemeentehuis van Winsum gebracht en daar opgesloten. Uit wanhoop en vrees over zijn verdere lot maakte hij nog diezelfde dag een eind aan zijn leven. 

Celdeur in het gemeentehuis van Winsum. Foto Chris Booms, collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Celdeur in het gemeentehuis van Winsum. Foto Chris Booms, collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Samuel van der Hal ligt begraven in Warffum, waar de Joodse gemeenschap vanaf het eind van de negentiende eeuw een gedeelte van de algemene begraafplaats in gebruik had.

Familiebericht uit het Nieuwsblad van het Noorden, 2 juli 1942.
Familiebericht uit het Nieuwsblad van het Noorden, 2 juli 1942.

Auschwitz

Mevrouw Van der Hal nam na de dood van haar man haar intrek bij dochter Grietje aan het Nassauplein in Groningen. Mogelijk deed ze dat omdat Julius inmiddels een oproep had gekregen om zich te melden voor Westerbork, zodat ze anders alleen zou achterblijven in Usquert. 

Zowel Kaatje van der Hal, Julius, en Grietje met haar echtgenoot Dagobert Hildesheim en dochtertje Carla (5) werden in de herfst van 1942 op transport gezet naar Auschwitz. Daar werden ze kort na aankomst vermoord.