Oorlogsmonument aan de Rijksstraatweg, bij de ingang van de hervormde kerk. Foto Wutsje, Wikimedia Commons.

Een groot drama en een klein wondertje – De familie Wolff uit Haren

De treinen die vanaf 1942 van Westerbork naar de Duitse vernietigingskampen reden, bogen in Haren af naar het oosten. Via een goederenspoor gingen de transporten richting Waterhuizen en vervolgens over Zuidbroek naar Nieuweschans, de laatste halteplaats op Nederlands grondgebied. Voor een aantal inzittenden betekende dit – als de omstandigheden dit tenminste toelieten – een finale blik op hun vertrouwde woonomgeving.  

Voor de oorlog had Haren een kleine Joodse gemeenschap die wat in de schaduw stond van het naburige en veel grotere Groningen. Woonden er aan het begin van de bezetting in de Stad zo’n 2800 Joden, in Haren waren dat ruim zestig. Net als elders begonnen ook hier in 1942 de deporaties. De meeste Joodse inwoners van Haren werden opgepakt in de nacht van 27 op 28 november. Een laatste razzia had plaats in februari 1943. De Duitse bezetter verklaarde dat voorjaar Noord-Nederland Judenfrei.  

Stolpersteine

Van de 63 Harense Joden werden 33 om het leven gebracht in kampen als Auschwitz, Buchenwald, Sobibor en Theresienstadt. Sinds 2010 herinneren Stolpersteine aan 29 van de slachtoffers. De gedenkstenen, gemaakt van beton met een messing plaatje waarop personalia staan, liggen in de stoep bij hun voormalige woningen.  

De eerste stenen die werden gelegd, waren meteen ook de meeste bij één adres. Voor het huis aan de Waterhuizerweg 26 memoreren zeven Stolpersteine de familie Wolff: vader Hermann en moeder Janette, hun zoons Siegbert, Werner, Adolf, Louis en Ewald en hun inwonende neef Ernst. Hun geschiedenis vertelt ook de lange en tragische aanloop naar de Shoah. 

Familie Wolff

Het echtpaar Wolff was oorspronkelijk afkomstig uit het Duitse Ostfriesland. Hermann was daar werkzaam als veehandelaar. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij in het leger en voor betoonde moed kreeg hij een IJzeren Kruis. 

Toen meteen na de machtsovername van de nationaalsocialisten in 1933 de eerste anti-joodse maatregelen werden afgekondigd, emigreerde het gezin Wolff naar Nederland. Eerst vestigden ze zich in Haren aan de Meerweg, vier jaar later verhuisden ze naar de Waterhuizerweg. In 1938 trok de toen veertienjarige Ernst, een neef uit Duitsland, hier bij hen in. 

Hermann Wolff was in Haren werkzaam als veekoper voor slager Groefsema aan de Rijksstraatweg. In juli 1942 kreeg hij, net als zijn twee oudste zoons, een oproep voor transport naar Westerbork. Moeder Janette en de jongste kinderen en neef Ernst gingen in november ’42 dezelfde weg. De trein die van de Stad naar Westerbork reed, werd bij de spoorwegovergangen in Haren toegezwaaid door verzamelde Harenaars die wisten dat hierin leden van de familie Wolff zaten. 

Alleen Ernst zou de kampen overleven. Na de oorlog vond hij in Aurich en Haren geen familieleden meer en vestigde zich in Israël.

Trouwringen

Een emotionele gebeurtenis vond plaats in 2011. De inmiddels 87-jarige Ernst Wolff kreeg toen de trouwringen van zijn oom Hermann en tante Janette overhandigd. 

De sieraden waren door het echtpaar vóór hun deportatie in bewaring gegeven bij de Harener verzetsman Eemke van der Veen. Die had ze vervolgens weer doorgegeven aan zijn nichtje Anneke van Tongeren, omdat hij door zijn illegale werk zelf risico liep om opgepakt te worden. Zij beloofde de ringen weer terug te bezorgen bij de familie of nabestaanden. 

Mevrouw Van Tongerens onophoudelijke inspanningen – eerst vanuit Nederland, en na haar emigratie vanuit Canada – hadden pas na bijna zeventig jaar succes. Toch een klein wondertje.

Stolpersteine voor de familie Wolff. Foto Wil Legemaat, www.joodsmonument.nl.
Stolpersteine voor de familie Wolff. Foto Wil Legemaat, www.joodsmonument.nl.