De haarlok van Annette Katan

Een haarlok en een foto, dat is het enige wat nog herinnert aan Annette Katan. Als zestienjarig Joods meisje kwam ze terecht bij een arbeidersgezin op een boerderijtje in Zeerijp. Moeder knipte vanwege geldgebrek zelf de haren van de vijf kinderen, en dus ook van Ans, zoals ze daar heette. Na zo'n knipbeurt bewaarde moeder een haarlok. Vijfenzeventig jaar later is die haarlok in een monumentje verwerkt. Want Annette werd verraden en weggevoerd.

Annette Katan. – Foto: René S. de Vries
Annette Katan. – Foto: René S. de Vries

Onderduiken

Annette kwam uit Den Haag. In december 1942 werd ze samen met haar moeder op transport gezet naar Westerbork, maar de twee wisten te ontsnappen. Ze doken onder. Moeder Sari in Appingedam, Annette bij de familie Bosker in Zeerijp. 

Arie was de zesde van zeven kinderen en acht jaar toen hij Annette leerde kennen. 'Begin 1943 kwam ik om half vier uit school naar huis. Moeder was niet alleen, naast haar zat in een versleten fauteuil een jong meisje. Aarzelend gaf ik haar een hand. Ze lachte en stelde zich voor als 'Ans'. Van moeder kreeg ik te horen dat Ans bij ons zou blijven, omdat ze anders opgepakt zou worden door de Duitsers. We mochten aan niemand vertellen dat Ans bij ons was.'

Onderduikplek

Het boerderijtje van de familie Bosker lag middenin de landerijen, slechts toegankelijk over twee kleipaden van driehonderd en vijfhonder meter lang. Contact met de buren was er eigenlijk niet. De onderduikplek was gunstig voor Annette, want er kwam nooit iemand en ze kon vrij door het huis bewegen.

Maar er was geen gas, water of licht en het huis was vervallen. Het gezin Bosker leefde in armoede. Vader en de twee oudste zonen werkten als knecht op een grote boerderij en moeder hielp ook mee. Als het werk daar gedaan was, moest moeder het huishouden nog doen en verzorgden vader en de jongens de moestuin, die voor het hele jaar eten opleverde. 

Arie: 'In dit wereldje was Ans terechtgekomen. We wisten niet beter dan dat ze Ans de Groot heette. Moeder was een ontzettend lief mens en Ans kon heel goed met haar overweg. Ze hielp moeder zoveel mogelijk mee. ’s Avonds, als het donker was, wandelde ze door en om de grote tuin en genoot van de frisse lucht en van de natuur.'

Beschermend

'Hoe jong we ook waren, nooit hebben we één woord losgelaten over Ans. Als we buiten speelden en we zagen de postbode of iemand anders aankomen, dan renden we het huis in en waarschuwden haar dat ze in de kast moest. We hadden in de gang een hele grote vaste kast en daar ging Ans dan in, tot het gevaar voorbij was. Een echte schuilplaats was er niet.'

Verraad

En toch werd Annette verraden. Op een zaterdagochtend kwam vader terug van de grote boerderij met de mededeling dat er gebeld was: Er waren Duitsers onderweg om Ans op te halen. 'Mijn ouders stelden voor dat Ans moest vluchten en ergens in het veld een schuilplaats moest zoeken. Maar Ans schudde met haar hoofd en bleef rustig zitten in de oude achterkamer, in afwachting van wat er ging gebeuren. Moeder bleef uiterst kalm en bleef bij Ans. Ook wij, de drie jongsten, bleven uitkijken door de achterkamerramen wat er richting Zeerijp over de oude kleiweg aan zou komen.'

Vier mensen kwamen aangelopen over het kleipad, waaronder twee vrouwen. Allemaal Nederlanders, in burgerkleding. Arie: 'Toen moeder iedereen van koffie had voorzien, nam één van de heren haar even apart, zette zijn revolver tegen haar hoofd en vroeg wat er nog meer was. Uiterst kalm antwoordde moeder: 'Nee, er is niets meer'. 

'Zeg het maar moedertje, anders nemen we jou mee naar Westerbork.' Nogmaals zei moeder dat er niets meer was. Toen liet hij haar verder met rust en schoof weer naar de koffietafel. 

Even later kwam hij naar ons toe in het achterhuis. We stonden daar doelloos ons verdriet te verwerken. Hij hield zijn revolver voor mijn broertje van elf jaar en vroeg waar de anderen waren. Ook Harm hield vol dat er niets meer was. 

'En je moeder zegt van wel,' zei de man. 

'Dat is niet zo,' zei Harm en schudde met zijn hoofd. Toen liet de man ons met rust en ging weer verder met koffiedrinken. Merkwaardig was het dat ze het huis en de schuur niet doorzochten, want dan hadden ze illegale papieren en bonkaarten gevonden en wellicht de radio. Ze zijn niet verder gekomen dan het achterkamertje.'

De bus van twaalf uur

Arie: 'Om half twaalf vertrok het gezelschap inclusief Ans naar de bushalte midden in het dorp, om vandaar naar Groningen te gaan. Ans had afscheid genomen van ons drieën met een handdruk. Of ze nog wat tegen ons gezegd heeft weet ik niet meer. Evenmin herinner ik me haar gelaatsuitdrukking. De bus vertrok om even over twaalf uur.'

Annette stierf op 25 januari 1944 in Auschwitz. Haar moeder overleefde de oorlog. Hoe Annette precies verraden is en wie haar zijn komen ophalen, blijft een mysterie.